-
1 anticipate
v. verwachten; vooruitlopen op, vóór zijn[ æntissippeet]1 vóór zijn ⇒ voorkomen, ondervangen, de wind uit de zeilen nemen2 verwachten ⇒ tegemoet zien, hopen op3 een voorgevoel hebben van ⇒ voorvoelen/zien, van tevoren realiseren♦voorbeelden:2 trouble is anticipated • men rekent op/houdt rekening met moeilijkheden3 the Allies had anticipated the enemy's movements • de geallieerden hadden de vijandige troepenbewegingen voorzien -
2 forestall
v. vóór zijn; vooruitlopen op; (ver)hinderen, voorkomen[ fo:sto:l]3 (ver)hinderen ⇒ dwarsbomen, voorkomen -
3 I won't anticipate
-
4 beat/jump the gun
beat/jump the gun -
5 flash-forward
-
6 gun
n. geweer; pistool; kanon; pistool (i.d. spreektaal)--------v. neerschieten, doodschieten; (motor) laten razengun1[ gun] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 vuurwapen ⇒ (jacht)geweer, pistool5 → gunman gunman/♦voorbeelden:spike someone's guns • iemand de wind uit de zeilen nemenstick to one's guns • voet bij stuk houden→ great great/————————gun2〈 gunned〉1 jagen ⇒ op jacht zijn/gaan♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
7 forerun
v. vooruit rennen; vooruitlopen; voorspellen, vooruit zien -
8 precess
v. vooruitlopen; van richting veranderen; opschieten
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский